Gelijk geschreven is:
Er is niemand rechtvaardig, ook niet een;
Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.
Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot een toe.
Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.
Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid;
Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten;
Vernieling en ellendigheid is in hun wegen;
En den weg des vredes hebben zij niet gekend.
Er is geen vreze Gods voor hun ogen.
Romeinen 3: 10 tm 18